Nieuws
Altijd mee met
wetgeving
transport nieuws
duurzaam transport
verkeersveiligheid
de sector
jou
Download het TLV-magazine
Het TLV-magazine zit bomvol nuttige info, interessante ondernemers en boeiend sectornieuws. Wist je dat je als lid ons magazine gratis ontvangt?


Trans-Europe Express wint Truck Safety Award
“Preventie van belang voor iedereen!”
In een tijd waarin verkeersveiligheid steeds belangrijker wordt, weet Trans Europe Express (TEE) zich te onderscheiden. Het bedrijf heeft onlangs de prestigieuze Truck Safety Award 2024 gewonnen, een welverdiende erkenning voor hun inzet op het gebied van veiligheid en preventie. TLV sprak met Tom Tack , eigenaar van TEE sinds 2007, en Vincent De Schryver, verantwoordelijk voor het wagenpark, de workshop en interne opleidingen van chauffeurs, over hun strategieën en inspanningen rond en sensibilisering. Ze delen hun visie op preventie, de betrokkenheid van klanten bij ladingzekering, en hun toekomstplannen.
Interview: Jan Soenen, Shannon Van den Borre
TLV magazine: Proficiat Tom en Vincent met deze overwinning. Trans Europe Express focust heel sterk op preventie en veiligheid bij iedereen in het bedrijf. Hoe gaan jullie te werk om iedereen mee te krijgen in dit verhaal?
Tom Tack: Ladingzekering en veiligheid zijn een verantwoordelijkheid van iedereen. We hebben daarom al een aantal opleidingen georganiseerd voor onze klanten. We laten meestal werknemers en operationele ploegen van de klant op de werkvloer komen om toch ook de basis van ladingzekering mee te geven.
De opleidingen zijn altijd al een succes geweest met een veertigtal deelnemers per keer. We proberen deze opleidingen elke twee tot drie jaar te organiseren.
Daarnaast proberen we ad-hoc in geval van schade- of ongevallen in gesprek te gaan met de klant om te kijken waar beide partijen zich kunnen verbeteren naar meer veiligheid toe.
Vincent De Schryver: We leggen zeer sterk de nadruk op veiligheid en ladingzekering. We benadrukken het belang van kennis over het vervoeren van specifieke producten en deze kennis ook met ons te delen. We merken dat klanten nog te weinig kennis hebben over wetgeving en veilige manieren voor het vervoeren van hun goederen.
De klanten doen inzien dat ze er alle belang bij hebben dat hun goederen op een correcte manier worden vervoerd is best uitdagend. Indien er tijdens het transport schade ontstaat zal het uiteindelijk altijd uitdraaien op een gedeelde verantwoordelijkheid
TT: Voor vaste klanten, gaan we af en toe ook langs om persoonlijk in gesprek te gaan met de klant en ladingzekering te testen. We maken dan samen een gepersonaliseerd plan van aanpak om hun goederen optimaal en veilig te kunnen vervoeren.
VDS: We voelen op vandaag zeker nog ee bepaalde wrijving en vijandigheid rond dit thema. Zeker als er iets fout loopt tijdens het transport. Er start dan een discussie rond wie zou moeten opdraaien voor de schade. Hier probeert TEE sterk te werken rond preventie door instructies en duidelijke richtlijnen te vragen voor het vervoeren van de goederen. Vaak, zelfs na incidenten, ontbreekt deze informatie. Dit komt puur omdat er vanuit de opdrachtgevers geen beschikbare informatie of instructies zijn over hoe de lading correct vervoerd en gezekerd zou moeten worden.
We proberen tot onze klanten door te dringen, zeker na schadegevallen, dat dit geen correcte manier is van vervoeren.
“Ladingzekering en veiligheid zijn een verantwoordelijkheid van iedereen.”
TT: Het is natuurlijk ook geen evidentie om al die kennis in huis te hebben. Niet voor ons als kmo en al zeker niet voor de kleinere opdrachtgevers waar we mee samenwerken.
VDS: Wanneer we tot klanten kunnen doordringen dat een foute manier van verpakken, laden en vervoeren hun veel meer geld kan kosten (door retour, schade, slechte verpakking,...) bij fouten, dan hebben we ze meer mee in het preventie-en sensibiliseringsverhaal.
TLV: TEE zet ook sterk in op ladingzekering via een speciaal ingerichte trailer. Kan je ons hier meer over vertellen?
TT: We hebben een ‘dedicated trailer’ om te tonen hoe verschillende types goederen correct geladen en vervoerd moeten worden. Onze chauffeurs reageren hier zeer positief op. We geloven sterk in ‘best practices’ en we merken dat dit ook goed werkt intern.
VDS: De trailer staat permanent op onze site in Erpe-Mere en wordt regelmatig gebruikt als praktisch voorbeeld van hoe bepaalde goederen vervoerd moeten worden. Alle mogelijke technieken van ladingzekering zijn verwerkt in de trailer.
“Onmiddellijk na de aankondiging van onze overwinning, deelden we dit met het volledige team.”
TLV: Het rijgedrag van de chauffeurs wordt ook grondig opgevolgd. Wat zijn hier de krijtlijnen van?
VDS: Door middel van onze Transics-boordcomputers kunnen we eenvoudig eco-rapporten ophalen. Maandelijks wordt de rapportage weergegeven op onze schermen bij het onthaal. Stationair draaien en brandstofverbruik zijn de belangrijkste parameters. Dat eerste is voornamelijk om onze chauffeurs te doen inzien dat deze kost niet noodzakelijk is en vermeden kan worden.
Intern is er al een kleine, gezonde competitie onder de best scorende chauffeurs om nog beter te scoren. Door dit te monitoren en in gesprek te gaan met de chauffeurs, scoren momenteel een kwart van onze chauffeurs onder ons opgelegd maximum van 11% voor stationnair draaien.
De resultaten bespreken we individueel met de chauffeurs. Verbruik en schadegevallen worden nooit publiekelijk gedeeld met naam maar we vermelden wel de nummerplaat van het betrokken voertuig. Zo krijgen onze chauffeurs subtiel maar zeker een ‘hint’ naar hun scores.
We zijn ook gestart met het opleiden van een mentor-chauffeur. Deze persoon begeleidt (nieuwe) chauffeurs om te bekijken waar we als onderneming kunnen bijsturen. Daarnaast hebben we ook een eco-traject met een vast parcours van 35 kilometer en telkens een identieke lading opgezet om het rijgedrag van (nieuwe) chauffeurs na te gaan. Dit zorgt bij veel van onze chauffeurs ook voor de nodige bewustwording.
We merken een sterke nood aan deze mentor. We hadden nog maar recent een oefening rond aan- en afkoppelen en alle deelnemers maakten dezelfde fouten. Er wordt veel energie gestoken in preventie van mogelijke risico’s, de bewustwording van historisch gegroeide “foute” routines en deze dan om te zetten in nieuwe en veilige gewoontes.
TT: We merken dat het inderdaad moeilijk is om onze chauffeurs hun gewoonten te doorbreken en hen bewust te maken dat bepaalde manieren van werken eigenlijk niet de juiste of meest veilige zijn.
TLV: Hebben jullie het gevoel dat chauffeurs open staan voor verbeteringen?
VDS: Ik loop regelmatig rond om supervisie te houden over het laad- en los proces van onze chauffeurs. We gaan dan ook in gesprek met hen om samen te bekijken of ze de beste optie gebruiken voor het laden en lossen en zekeren van goederen. Ik merk dat ze hier ook oprecht aandacht voor hebben. We krijgen helaas ook niet altijd iedereen mee.
We moeten dan soms ook moeilijke beslissingen nemen om onze kwaliteit en veiligheid te kunnen waarborgen.
TT: We proberen voor TEE een bepaalde cultuur te creëren waar aandacht en ruimte is voor verbetering en veiligheid. We bergijpen dat dit ook tijd vraagt en fouten maken is ook menselijk. Maar als organisatie weten we wel goed waar onze chauffeurs wat extra aandacht nodig hebben en op welke zaken we nog meer moeten inzetten.
TLV: Hoe gaan jullie deze award ‘verzilveren’ in de communicatie met de klanten?
TT: ik denk dat onze klanten in de eerste plaats wel goed weten dat we hier sterk mee bezig zijn. We gaan uiteraard onze prijs delen met de buitenwereld maar consistent verder doen zoals we bezig zijn is ons hoofddoel.
We zijn er van overtuigd dat klanten bereid zijn iets meer te betalen voor extra inspanningen rond veiligheid, duurzaamheid en innovatieve oplossingen.
“We merken dat klanten te weinig kennis hebben over wetgeving en veilige manieren voor het vervoeren van hun goederen.”
Toekomstplannen
TT: We hebben ambitieuze toekomstplannen om binnen de twee à drie jaar ons hoofdkwartier te verhuizen naar Kruishoutem. We willen daar een bijkomende site bouwen waar we ons zullen focussen op crossdock, opslag, service, en garage. De site in Erpe-Mere zal dan puur voor warehousing worden gebruikt.
Eerste elektrische vrachtwagens
TT: Onze nieuwe site in Kruisem zal in het teken staan van duurzaamheid en energie-efficiënte. Het inpassen van elektrische vrachtwagens in ons huidig businessmodel vereist een holistische aanpak, waarbij we rekening moeten houden met technologie, infrastructuur, organisatie en de mensen.
Naast elektrische vrachtwagens zal het herdenken van onze logistiek processen en nauwe samenwerking met onze stakeholders onze duurzaamheidsstrategie bepalen.
De eerste elektrische vrachtwagens zijn ondertussen besteld.
Over Trans Europe Express
Trans Europe Express of TEE is een middelgrote Belgische transportonderneming gespecialiseerd in groupage en logistiek, gericht op transport naar Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Ze focussen zich op dierenvoeding en andere ambiante voeding, frisdranken/water en sportvoeding. TEE groeide in de afgelopen zeventien jaar uit tot een bedrijf met twintig bedienden waarvan de helft zich rechtstreeks focust op transport (planning, orders, ...). Met zeventig chauffeurs vertegenwoordigt deze onderneming een sterke positie in de sector.

Cybersecurity
NIS2 ook voor de transport-kmo?
Vanaf oktober 2024 moeten bedrijven in tal van sectoren strikte beveiligingsprincipes naleven en maatregelen rond risicobeheer invoeren. Dit vloeit voort uit de Europese NIS2-richtlijn. De impact hiervan wordt groot, want ook bedrijven die samenwerken met bedrijven die onder de NIS2-richtlijn vallen, zullen gelijkaardige maatregelen moeten nemen.
De Europese NIS2-richtlijn wordt vanaf oktober 2024 nationale wetgeving in België en verplicht meer ondernemingen om zich beter te beveiligen tegen cyberaanvallen. In essentie beoogt deze NIS2-richtlijn dezelfde drie doelen als haar voorganger (NIS1). De grootste vernieuwing is er voor bedrijven. NIS2 breidt het aantal entiteiten en sectoren in de scope enorm uit. Er zijn meer specificaties van maatregelen, uitgebreidere regels rond incidentmelding, hogere en meer specifieke sanctieregels en een sterke responsabilisering van het topmanagement van elk bedrijf, zodat cybersecurity top of mind kan worden.
Kort gezegd komt het er op neer dat een bedrijf onder de toepassing van NIS2 valt als het actief is in één van de (sub)sectoren en types diensten die opgelijst worden in de richtlijn én van een bepaalde grootte is. Het wegvervoer is nu ook opgenomen als zogenaamde essentiële sector. Daarbij gaat het echter vooral om beheerders van infrastructuur, zoals luchthavens, spoorwegen, wegen en havens. Wat vervoerders zelf betreft, vallen luchtvaartmaatschappijen, spoorwegmaatschappijen en scheepseigenaren als ‘essentieel bedrijf’ onder de NIS2.
Wegvervoerders horen in verreweg de meeste gevallen niet tot ‘Essentiele’ of ‘Belangrijke’ bedrijven uit de NIS2. Toch zal de richtlijn een brede impact hebben. Ook ondernemingen die niet onder NIS2 vallen, zullen gevolgen ervaren. Specifieke bedrijven in onze sector kunnen er toch onder vallen, namelijk in het transport van olie, post- en koeriersdiensten, afvalstoffenbeheer, distributie van levensmiddelen en distributie van chemicaliën.
Op specifieke uitzonderingen na zijn kleine en micro-ondernemingen met minder dan 50 werknemers en een jaaromzet of jaarlijks balanstotaal van minder dan 10 miljoen euro uitgesloten van het toepassingsgebied van de richtlijn. Toch valt het niet uit te sluiten dat wie in de toekomst wil samenwerken met een organisatie die onder de NIS2-richtlijn valt, toch een beveiliging zal moeten hebben die aan bijna dezelfde voorwaarden voldoet. TLV is hierover nog in gesprek met onder meer het Centrum voor Cybersecurity België om de precieze afbakening van de toepassing en de voorwaarden duidelijk te stellen. Maar NIS2 zal stilaan de norm worden voor meer en meer Vlaamse ondernemingen.

Edito | Jouw stem telt ook!
Voor bedrijfsleiders heb ik een enorme bewondering. Elke dag opnieuw bewaken ze het belang van hun firma. Ze maken een analyse van telkens weer een andere uitdaging. En ze nemen op basis van hun kennis en ervaring beslissingen. De uitvoering hiervan volgt meestal heel snel, meestal binnen de paar weken. En als het dan toch niet loopt zoals verhoopt, dan volgt een bijsturing. Zo werkt het, en snel reageren is ook levensnoodzakelijk in deze bijzonder uitdagende tijden.
Het verwondert niet dat transporteurs nogal misprijzend kijken naar hoe de politiek functioneert, kortom, hoe ons land wordt geleid. De traagheid van het hele circus zet kwaad bloed. Meestal volgen dan zelfs niet de juiste beslissingen op het einde. Is ons land dan echt Europees kampioen in bestuurlijke traagheid? Ik hoor alvast mijn buitenlandse collega’s net dezelfde analyse maken over de situatie in hun land.
Is de democratie dan een garantie voor mislukking van de bedrijfsbelangen en in het bijzonder die van transport en logistiek? Voor mij niet, ik weiger alvast te plooien voor gelatenheid of negativisme. Met TLV blijven we oproepen tot de juiste acties. Maar kan de vervoerder zelf dan alleen maar afwachten? Integendeel, er komt een unieke gelegenheid aan.
“Een beter systeem dan vrije verkiezingen bestaat niet.”
Op 9 juni is het zo ver. Op de verkiezingsdag mag elke burger op federaal, Vlaams én Europees niveau mee onze parlementen samenstellen. Een beter systeem dan vrije verkiezingen bestaat niet. En onze sector is toch goed voor minstens 100.000 stemmen, nu kunnen we die laten weerklinken. Erna is het aan de verkozenen van het volk om onze belangen te dienen. En TLV zal hen keer op keer die belangen herhalen de komende jaren. Je kan alle prioritaire TLV-eisen, samengevat in ons memorandum, trouwens bekijken op onze website.

Op 1 juli 2024 worden de tarieven voor de kilometerheffing in Vlaanderen en Brussel opnieuw geïndexeerd.
Voor een Euro 6-voertuig in de zwaarste gewichtsklasse komt er in Vlaanderen 3,05% bij. In de categorie van 12 tot 32 ton stijgt het tarief met 2,60%. De laagste gewichtsklasse binnen Euro 6 kent de grootste stijging: 3,38%. In Brussel bedraagt de stijging voor een Euro 6 van meer dan 32 ton gemiddeld 3%. Als lid kan je de nieuwe tarieven raadplegen in het helpcenter op onze vernieuwde website.
Lees meer via ons helpcenter: Indexatie tarieven kilometerheffing op 1 juli 2024 – TLV Helpcenter
Voordeel voor zero emissie
Om de vergroening van het logistiek transport aan te moedigen, heeft ook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het voordeeltarief van nul eurocent/km vanaf 01/07/2024 toegekend aan zero-emissie voertuigen (ZEV) zoals dit al het geval was op het volledige Vlaamse wegennet. De OBU blijft echter verplicht voor ZEV. In Wallonië (Sofico) worden de emissievrije voertuigen nog steeds ingedeeld in de emissie-categorie Euro 6.
Geen uitbreiding
Er worden geen bijkomende wegen toegevoegd aan het bestaande tolwegennet in Vlaanderen noch in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het Waalse Gewest heeft een deel van de N246 in Tubeke (tussen KP 0 en KP 1,45) uit het tolwegennet overgedragen naar het gemeentelijke wegennet. Op dit traject zal dus niet langer kilometerheffing voor vrachtwagens verschuldigd zijn.

Smart Tacho type 2 verplicht sinds 21 augustus
Smart Tacho type 2 verplicht sinds 21 augustus
Zoals aangekondigd in het magazine van juni 2023 moet elk nieuw ingeschreven voertuig over een smart tacho type 2 beschikken.
De nieuwe versie van de slimme tachograaf bevat verschillende nieuwe functionaliteiten:
1. Een automatische registratie van de grenspassages;
2. Een functie voor de ingave van laad- en losoperaties in combinatie met de registratie van de positie van het voertuig;
3. Een uitbreiding van de DSRC-module waardoor het uitlezen op afstand door een controleur mogelijk is;
4. Een mogelijkheid om bijvoorbeeld een smartphone of het dashboard aan de tachograaf te koppelen.
Dankzij deze vernieuwingen wordt de handhaving vergemakkelijkt. Dit zorgt voor eerlijkere concurrentie en een hogere mate van verkeersveiligheid.
Opgelet, zolang het voertuig over een smart tacho type 1 beschikt, zal je chauffeur nog steeds de verplichting hebben om een grensovergang bij de eerst mogelijke stopplaats.
Belangrijke data
- 31 december 2024: De bewaartermijn van 28 dagen wordt opgetrokken naar 56 dagen.
- 1 januari 2025: Voertuigen, rijdend in een ander land dan het registratieland en uitgerust met een analoge of digitale tachograaf, moeten uitgerust zijn met de smart tacho versie 2.
- 19 augustus 2025: Voertuigen, rijdend in een ander land dan het registratieland en uitgerust met een smart tacho versie 1, moeten uitgerust zijn met de smart tacho versie 2.
- 1 juli 2026: De smart tacho versie 2 en de rij- en rusttijden zijn van toepassing op alle voertuigen, rijdend in een ander land dan het registratieland, met een MTM van meer dan 2,5 ton.
Tachograafkaarten
Sinds 20 juli 2023 worden er al nieuwe tachograafkaarten uitgereikt. Echter zijn tachograafkaarten van voor deze datum ook compatibel met de smart tacho versie 2. Je hoeft de kaarten dus niet om te wisselen zolang dat ze nog geldig zijn.
Verplichte kennisgeving aan chauffeurs
Het is verplicht om chauffeurs op de hoogte te brengen van de mogelijkheid tot controle op afstand wanneer ze rijden met een voertuig uitgerust met een smart tacho versie 1 of 2. Je kan een modeldocument bij ons opvragen in het Nederlands, Frans, Engels en Duits.
Bereid je goed voor
Start tijdig met de ombouw naar de smart tacho versie 2 in al je internationaal rijdende voertuigen. Hou ook in het achterhoofd dat bij de vervanging van een digitale tachograaf en de sensor er ook een DSRC-antenne moet worden geïnstalleerd.

De structurele knelpunteconomie krijg je niet zomaar opgelost
Bart Bruneel (manager transport logistiek en havens bij VDAB OVL) en Tomas Quaethoven (arbeidsmarkt adviseur OVL – evoluties arbeidsmarkt en adviezen centraal voor Vlaanderen) van VDAB delen als deel van de harde kern hun expertise en ervaring in arbeidsbemiddeling en beroepsopleidingen. Ze benadrukken in dit interview met TLV magazine de cruciale rol van sterke samenwerkingen met partners en delen inzichten in de uitdagingen en kansen op de arbeidsmarkt.
Interview: Evy Van Der Paelt, Shannon Van den Borre
TLV magazine: Waarvoor staat VDAB?
Bart Bruneel: De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding. We mogen die ‘B’ niet vergeten want dat is een belangrijke pijler in ons dienstverleningsverhaal.
Waar staan we voor? Arbeidsbemiddeling/(beroeps)opleidingen en competentieversterking. Dit zijn de twee voornaamste clusters waarrond we ons organiseren en die zijn nauw aan elkaar verbonden.
Tomas Quaethoven: We zijn daar over de jaren heen ook zeker sterk in gegroeid met partnerwerkingen enzovoort. We zijn ook dataregisseur wat betreft één van de pijlers.
Bart: Bij arbeidsbemiddeling heb je twee zaken. Je bemiddelt tussen twee partijen: werkgevers en kandidaat werknemers. Die twee kanten zijn net écht de sterkte van VDAB om daartussen te staan en die twee te verbinden.
TLV: Wat zijn de kerntaken?
Bart: De kerntaak is activeren van mensen die werk zoeken (of die niet zoeken maar waar we een kleine duw moeten geven). Daarvoor hebben we alle mogelijke dienstverleningskanalen mee uitgebouwd. Gaande van directe bemiddeling (directe vacatures voorstellen die passend zijn bij hun profiel) tot partners inschakelen die een langere en intensievere begeleiding kunnen voorzien. Werk is uiteraard altijd de doelstelling bij het activeren.
Het kan alles zijn: opleiding, begeleiding, specifieke activiteiten opzetten voor specifieke doelgroepen. Maar om terug te komen op onze kerntaak ‘bemiddelen’, is het uiteraard ook belangrijk de werkgevers te informeren. Als je een vacature hebt of mensen zoekt, waar vind je die dan? Wat is er beschikbaar en hoe kan VDAB ondersteunen om jouw vacatures ingevuld te krijgen via verschillende mogelijkheden. Maar onder andere ook wat een werkgever zelf kan doen om de vacature ingevuld te krijgen?
Instrumenten zoals individuele beroepsopleiding in de onderneming (IBO) zijn hier een veel voorkomend antwoord. Het is een heel belangrijk en wijdverspreid instrument maar is nog steeds onderbenut vandaag.
Tomas: Dat activeren is belangrijker dan ooit vandaag. We zitten met een heel krappe arbeidsmarkt met een lage werkloosheid. We proberen zo mensen die niet beroepsactief zijn, via het pad van werkloosheid naar werk te leiden maar dat blijven moeilijkere doelgroepen.
Bart: De terminologie die nu recent gebruikt wordt is dat we klanten moeten kunnen ‘verleiden’ met een ongelofelijk onweerstaanbaar aanbod. Dat is net een andere invulling. We proberen zo die meer complexe doelgroepen (met bijvoorbeeld een vervangingsinkomen) zo snel mogelijk actief in het reguliere circuit terecht te laten komen. Alle mogelijkheden staan open om voor iedereen zo een passend mogelijk aanbod te vinden.
We hebben een groeiend aandeel aan mensen die activering beogen. Het gaat eigenlijk over mensen die zonder verplichting of druk richting de arbeidsmarkt net een ‘duwtje’ moeten krijgen in de richting van die arbeidsmarkt. We moeten hiervoor echt vlot samenwerken met partners om mensen in die situatie terug mee te activeren en laten participeren aan de arbeidsmarkt.
TLV: Hoe heeft VDAB de arbeidsmarkt de voorbije jaren zien evolueren?
Tomas: Wat mij betreft naar een structurele knelpunteneconomie. De lijst van knelpuntberoepen blijft maar groeien. Ongeveer één op drie beroepen die VDAB definieert in de classificatie is een knelpuntberoep. Kijken we naar vacatures, gaat dat al snel rond de 70 tot 90 procent van de beroepen die knelpuntvacatures zijn. We hebben momenteel nochtans een zeer lage werkloosheid. Het aantal uitkeringsgerechtigden is vandaag slechts nog maar de helft van onze werkzoekende klantengroep. De rest komt eerder uit de niet-beroepsactiviteit die we nu noodgedwongen proberen te activeren. We krijgen dat ook moeilijk opgelost. Er is op die manier een groot tekort aan specifieke profielen zoals leerlingen uit de STEM-richting of mensen met een technische achtergrond. De vraag naar afgestudeerde profielen met specifieke opleidingen stijgt elk jaar terwijl het aanbod juist daalt.
Bart: Naast de zaak van de knelpuntberoepen zijn de stijgende energie- en loonkosten ook een evolutie op de Belgische arbeidsmarkt. Kort na de start van de oorlog in Oekraïne zijn de kosten voor energie sterk gestegen. Door de typerende inflatie zijn zo ook automatisch de lonen geïndexeerd van Belgische werknemers. Dit bracht ons onmiddellijk in een concurrentienadeel en speelt onze economie ook zeker parten. Er zijn vooral grote problemen voor de industriële sector door deze stijgende kosten.
Aanvullend zijn we dus vooral rond die activering bezig. Daarnaast bekijken we ook continu hoe we gaan tegemoetkomen aan de noden van bedrijven. Traditioneel is dit altijd een productiviteitsgroei geweest. Hoewel we in Vlaanderen altijd koploper geweest zijn van deze productiviteitsverhoging, begint dit nu ook te krimpen. Ten derde is er ook nog de arbeidsmigratie. Hier gaan we ook gerichter een plan van aanpak gebruiken voor een vlotte tewerkstelling in één van de vele knelpuntberoepen.
Tomas: Productiviteit is iets waar we sterk op moeten inzetten om de productie in België te houden. Door de hoge loonkosten moeten we concurreren op andere manieren, in dit geval door een hogere productiviteit.
TLV: Hoe heeft VDAB zich in de loop der jaren ontwikkeld en welke belangrijke mijlpalen heeft de organisatie bereikt?
Bart: De uitdaging om richting 80 procent werkzaamheid te gaan, hebben we vanuit VDAB sterk aan bijgedragen. In sommige provincies hebben we deze kaap zelfs al behaald.
In vergelijking met buurland Nederland, scoren we qua tewerkstelling iets lager maar met een veel groter aandeel aan fulltime tewerkstellingen.
Ondanks het feit dat het aantal mensen op gewone werkloosheid een krimpende vijver is, slagen we er wel in om een ruim aandeel(40 tot 50 procent) van klanten uit een ander stelsel aan het werk te krijgen. Het feit dat we dit volume binnen deze legislatuur kunnen bereiken, is een mijlpaal die we zelf ook niet verwacht hadden. Dit toont het grote belang aan van onze samenwerkingen met externe partners.
“Vaak is het beroep zelf niet het probleem, maar de weg ernaartoe.”
TLV: Wat zijn momenteel de grootste uitdagingen op de arbeidsmarkt? Hoe schatten jullie de toekomst in?
Tomas: Het is een werk van lange adem. De structurele knelpunteneconomie waar we ons vandaag in bevinden, krijg je niet zomaar opgelost. Er zijn verschillende paden en randvoorwaarden (onderwijs, energie, lonen, mobiliteit,...) waar men zich van bewust is. Hopelijk zal er ook aan gewerkt worden om dat pad, richting 80 procent werkzaamheid en zo een afslanking van de knelpunteneconomie te bereiken.
Werkgevers meer inclusief laten rekruteren zal ook een grotere uitdaging worden voor de toekomst. Daarnaast is er ook een stijgend aandeel in langdurige zieken en dat heeft voor een stuk te maken met het maatschappijbeeld maar ook met de werkbaarheid van werk. De werkbaarheid van werk moet ook zeker verbeteren en daarmee kunnen we mogelijks die groeiende lijst van langdurige zieken ook inkorten.
Al die paden, als we die allemaal kunnen aanpakken, dan zie ik het zeker positief in. Dan kunnen we naar die 80 procent werkzaamheid gaan en ook een maatschappij creëren waar minder discriminatie aanwezig is, bijvoorbeeld.
Als je dat allemaal kan aanpakken, krijg je natuurlijk een gelukkigere maatschappij. Bij de VDAB blijven we positief. Je merkt ook bij de bedrijven dat er nog steeds veel zin is om te ondernemen en te groeien. Werkgevers staan vandaag alvast meer open om die knelpunten aan te pakken.
TLV: Hoe kunnen werkgevers omgaan met de vergrijzing en de krapte op de arbeidsmarkt?
Tomas: Opleiden en nog eens opleiden. Levenslang leren en samenwerking met onderwijs zijn ook belangrijk maar een goed retentiebeleid is cruciaal.
Bart: Investeren in medewerkers is inderdaad zeer belangrijk vandaag.
Tomas: Het is belangrijk om mensen geïnteresseerd te houden. Rekening houden met work-life balance bijvoorbeeld, opleidingen aanbieden, etc.
Bart: Groeien is niet altijd promoveren, het is ook zich verder kunnen ontwikkelen.
TLV: Welke specifieke acties zet VDAB op voor de transport – en logistieke sector?
Bart: We hebben de klassieke arbeidsbemiddeling en invulling van vacatures door de juiste kandidaten te vinden. Dat hebben we in heel Vlaanderen. Op niveau van een aantal beroepen is er nog een groot potentieel. De drempel is niet altijd het beroep maar de weg er naartoe. Het behalen van een rijbewijs, de taal, examens, enzovoort. Als VDAB gaan we actief bekijken hoe we bepaalde processen haalbaarder kunnen maken. We bieden vandaag bijvoorbeeld de mogelijkheid tot het maken van specifieke examens (zoals Code 95) in andere talen met behulp van tolken. Zo verlagen we de drempel tot bepaalde beroepen en creëren we een groter aanbod aan, bijvoorbeeld, nieuwe potentiële chauffeurs of magazijniers.
We zetten ook maximaal in op eigen capaciteit om opleidingen aan te bieden voor vrachtwagenchauffeurs. Dit doen we in samenwerking met SFTL. Zo proberen we het aanbod in volume te verhogen waar we weten dat er een tekort is. We hebben twee eigen opleidingscentra maar we hebben ook een samenwerking met Syntra voor de opleiding tot vrachtwagenchauffeur.
We hebben verschillende beroepen binnen transport en logistiek waar men een weg in kan vinden via bijvoorbeeld IBO. Er zijn vandaag ook IBO-trajecten met taalondersteuning maar ook algemene jobcoaching. We werken hiervoor samen met verschillende partners om die taalopleiding op de werkvloer te ondersteunen.
Dit is voor alle type beroepen. Verder werken we ook samen met lokale besturen en werken hier actief mee aan lokale projecten en ondersteunen allerlei initiatieven die een positieve invloed hebben op de arbeidsmarkt.

Wie is TLV?
Heb je nog vragen over de sector of onze diensten en producten? Bel ons, stuur een mailtje of maak een afspraak via de kalender. We helpen je graag verder!